Nieuwe categorie: gedichten van Desiree

Desiree MekkeAanleiding voor dit bericht is een toevallige ontmoeting met een oude bekende bij de ingang van de CODA.  Desiree ken ik eigenlijk al heel lang, we verloren elkaar jaren geleden uit het oog, maar af en toe kwamen wij elkaar tegen, kletsten even bij en gingen weer verder met ons leven. Zo gaat dat. Deze keer ging het echter anders:  we bleken een gezamenlijke passie te hebben: zij schrijft al jaren gedichten en ik blog.
Agenda’s werden getrokken, een afspraak gemaakt en met een bak koffie pakten we de draad weer op, alsof we elkaar nooit uit het oog waren verloren.
Wat ik niet wist was dat Desiree inmiddels al 2 gedichten bundels op haar naam heeft en binnenkort verschijnt via Boekscout haar 3e, bundel, genaamd : “Vrije Verbinding”.
Ik vroeg of het niet tijd werd voor een eigen website, maar om verschillende reden was dat er nog niet van gekomen. En zo ontstond bij mij het plan om op mijn site een nieuwe categorie aan te maken, waar zij als “gastschrijver” haar gedichten kan gaan plaatsen. Afgesproken dat we gewoon van start gaan en wel zien hoe het gaat lopen. Eigenlijk past de naam “Vrije verbinding” van haar nieuwe bundel prima bij deze fase van onze samenwerking. Niets moet, (bijna) alles mag. Ik ben heel benieuwd naar haar bijdragen, die vanaf vandaag te vinden zullen zijn in de categorie: “Gedichten van Desiree”. Rest mij nog te zeggen: “Welkom Desiree, het woord is aan jou!”

 

Ideeënsafari deel 4 / Verken de grenzen

Met deel 3 van de Ideeënsafari nog te gaan, kreeg ik de stof voor een blog over deel 4 vandaag “zomaar” in de schoot geworpen.
Sigrid schreef over deze etappe: “We leven in een vrij land, maar tegelijkertijd lopen we overal tegen grenzen op, schuttingen, muren, verbodsbordjes etc.”  Ze daagt je uit om eens te onderzoeken tegen welke grenzen je aanloopt. Mag je zomaar overal foto’s van maken tijdens je safari? Wat zijn jou grenzen, kan je iets doen wat je eigenlijk niet durft?
Vandaag, 25 april, werd de jaarlijkse RMS herdenking in theater Orpheus gehouden. ’s Ochtends begon de dag al vroeg met het indrukwekkende, brommende geluid van de vele motoren, dat tot vroeg in de avond te horen was.
Ik gun iedereen zijn feestje, maar ik loop ieder jaar tijdens deze herdenking weer tegen mijn grens aan. Noem het een fatsoensgrens. Want jaar in jaar uit zie ik op deze dag wildplassers, die het blijkbaar heel normaal vinden om tegen de schutting van onze overbuurvrouw te plassen, die de pech heeft schuin tegenover de uitgang van de parkeergarage van Orpheus te wonen. Op het moment dat de wildplasser door heeft dat ik hem (helaas) zie staan, gaat hij onverstoorbaar door. Ik zou hem het liefst willen vragen of hij dat normaal vindt. Hoe hij het zou vinden als mensen bij hem in de tuin zouden gaan staan, terwijl er vele (tijdens deze dag voor de bezoekers opengestelde toiletten) op 2 tellen loopafstand te vinden zijn. Ook zou ik willen vragen of hij het normaal vindt dat de straten rondom Orpheus weer bezaaid met afval liggen na zo’n dag als vandaag. Maar ik durfde niet.
Mensen schuilen voor de regen, onder de luifel van een winkel, tegenover Orpheus. Het lukt ze droog te blijven, maar ze moeten hiervoor wel in een strook afval staan. Het schijnt ze niet te deren, ook de kleine kinderen die er bij staan vinden het waarschijnlijk al heel normaal. Ik had er graag een foto van wil maken, maar ik durfde niet. Ik had graag even de discussie willen aangaan met de mensen die in (wellicht hun eigen) afval stonden te schuilen, maar ik durfde niet. Hier lag mijn grens. Dus liep ik door.
Vervolgens viel mijn blik op een zak met afval. Netjes door een bezoeker neergelegd op de hoek van het grasveld bij de ingang van de parkeergarage van Orpheus. Alsof men het de opruimingsdiensten van de gemeente Apeldoorn ietsjes makkelijker wilde maken door het zwerfafval alvast “verzameld” voor ze neer te leggen. Oké, het is misschien goed bedoeld, maar ik vraag mij dan toch af: “Waarom neem je die zak niet gewoon mee in je auto om het vervolgens thuis in je container te gooien?” Hoe moeilijk kan het zijn. Als je het niet voor jezelf doet, doe het dan voor je kinderen.

 

 

Ideeënsafari deel 2 / Vogeltje wat zing je vroeg?

In deel 2 van de Ideeënsafari daagt Sigrid je uit om met je oren ideeën te “vangen”. Ze vraagt je een geschikte observatiepost te kiezen in je omgeving om vervolgens doelbewust naar de geluiden om je heen te luisteren. Daar had ik even niet zo veel tijd voor, maar al lopend door ons huis, kwam ik als vanzelf terecht bij geluiden uit de serie, “huis-tuin-en keukengeluiden”.
Nu het voorjaar heel voorzichtig  is begonnen, kan ik intens genieten van het “simpele” gefluit van al die vogels. Ruim voor de wekker gaat, beginnen ze al met hun gezang, de één nog mooier dan de ander. In gedachten hoor ik Paul de Leeuw zingen:  “Vogeltje wat zing je vroeg, is de dag niet lang genoeg?” Nee, de dag is altijd veel te kort, omdat het tegen vieren, zo s’morgens tegen vieren, omdat het dan pas echt gezellig wordt……..”
Hier worden andere “vogeltjes” bedoelt dan die ik hierboven beschrijf, maar ik spot beide soorten hier bij ons thuis. Met kids die soms pas richting stad gaan als ik mijn bed in duik en zo’n beetje thuis komen op het moment dat de merels, mussen, boomklevers en ander gevogelte het juist weer de hoogste tijd vinden om een nieuwe dag te beginnen met hun gezang. Gek, maar ik ben op dat vroege tijdstip nog steeds blij als ik ze hoor. Blij word ik van het fluitconcert buiten, dat aangeeft dat de lente er weer aankomt. Maar ook van het geluid van deuren die zachtjes worden opengedaan door onze eigen “vogels”, die weer veilig uit de stad zijn teruggekomen.
Een bericht op de radio over Syrië, maakt dat ik mij afvraag of vogels het aanvoelen of het ergens veilig is of niet? Zou je in oorlogsgebied ook nog vogels horen of vluchten vogels uiteindelijk ook voor oorlogsgeweld? Ik vrees het laatste. Hoe zou het zijn als er geen vogels (meer) zijn? Ik kan mij er niets bij voorstellen, dat zou ik echt een heel groot gemis vinden. En dan heb ik het natuurlijk niet alleen over de versie met veren, maar ook over onze eigen “vogels” die de nacht vaak véél te kort vinden.

 

 

 

Ideeënsafari deel 1 / De Optimisten

In mijn laatste blog “Inspiratiebronnen”, schreef ik over de lijst met 100 inspiratiebronnen van Sigrid van Iersel. Deze lijst smaakte naar meer en ik besloot mij op te geven voor haar “Ideeënsafari”.
Hoe dit werkt? Je krijgt 5 x een mail, met daarin een “creatieve observatie opdracht” en tips hoe je deze kan uit voeren. Vervolgens belooft ze je “flow, inspiratie en verwondering”. Oké, mijn aandacht heeft ze, aan de slag!
Op de eerste dag van de “Ideeënsafari” fietste ik, zoals op zo vele andere dagen, langs schouwburg Orpheus. De schemer viel al in en de lucht kleurde oranje. Met in mijn achterhoofd enkele tips van Sigrid, om “gewoon eens omhoog te kijken” of “te letten op spiegelingen in het water”, besloot ik mijn fotocamera op te halen en terug te lopen om een paar beelden te vangen en vast te leggen voor mijn eerste “opdracht”.
Op enkele meters afstand van ons huis, maakte ik bovenstaande foto van “De Optimisten” van Hanspeter Nagtegaal in de vijver bij schouwburg Orpheus, waarvan mij de spiegeling in het water nu “ineens” wèl opviel. Aan de overkant van de straat keek ik omhoog en zag het beeld van een roze fiets hoog opgehangen aan een lantaarnpaal. Inmiddels voor velen in Apeldoorn al een gewoon straatbeeld, maar eigenlijk toch ook wel weer bijzonder.
En terwijl ik dit blog aan het typen ben, maak ik gebruik van de volgende tip van Sigrid: “pas je ideeënvondsten toe, gebruik ze als inspiratiebron voor een blog”. Wonderlijk hoe dit werkt, mijn fantasie gaat met mij aan de loop, ineens zie ik een verband tussen de twee foto’s en ik vraag mij af:  zouden de mannetjes door de spiegeling in het water nu misschien zelf ook zien dat ze een tikje aan de dikke kant zijn, en denken ze er misschien aan om daar wat aan te gaan doen of vinden ze het wel prima zo?
Misschien zijn ze wel zo dik geworden omdat ze niet meer bij hun fiets konden komen, omdat iemand het nodig vond hun fiets in een lantaarnpaal te hangen, enkel en alleen omdat Apeldoorn in de ban is van de Giro d’Italia?
Een andere benadering van "Fiets 'm erin"In het verleden kregen ze te maken met vandalisme, zie dit berichtje uit de Stentor  waarin ook te lezen valt dat ze symbool staan voor vaderlandse trots, openheid, balans, optimisme, samenwerking en harmonie. Toch iets om eens een keer bij stil te staan, de volgende keer als je ze zo maar voorbij fietst, ze staan daar dus niet voor niets. Ik kom er nu achter, dat ik eigenlijk zonder dat ik het door had, een fan ben van deze Optimisten, met hun geinige, positieve uitstraling, de wereld heeft meer van deze beelden nodig.
Ik vraag mij af of ze binnenkort ook in één of ander roze tenue te bewonderen zullen zijn, of zal men ze ontzien in de aanloop naar de Giro? Ik hoop het laatste, ze hebben het al zwaar genoeg nu, zo zonder fiets!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Werk aan de winkel

Mijn eerste voorleesseizoen bij de Voorleesexpress zit er op. Toen ik hoorde dat men een “Coördinator voorlezers” zocht, besloot ik mij hiervoor aan te melden en niet aan een 2e seizoen als voorlezer te beginnen, ook al heb ik dit met veel plezier gedaan. Nieuwe ronde, nieuwe kansen, na afloop zie ik dan wel welke jas mij beter past, die van voorlezer of die van coördinator.
Met 4 enthousiaste voorlezers onder mijn hoede, is het nieuwe seizoen als coördinator voor mij begonnen. Gezinnen werden gekoppeld aan een voorlezer, gegevens onderling uitgewisseld en de eerste kennismakingsgesprekken gepland. Vorige week ben ik met de voorlezers bij hun gezin op bezoek geweest en hebben we nader kennis gemaakt. De wensen van de ouders besproken en uiteraard werd er gestart met voorlezen.
Vier verschillende voorlezers, met ieder hun eigen inbreng en ervaring. Maar ook 4 verschillende gezinnen, met verschillende achtergronden en gezinssamenstellingen. De ene ouder geboren in Nederland, de ander geboren in Afghanistan, Turkije of Syrië. De één zijn leven lang al in Nederland, de ander sinds één jaar. Getrouwd of gescheiden. Kinderen variërend in de leeftijd van 2,5 tot 8 jaar oud, die thuis niet of nauwelijks in het Nederlands worden voorgelezen, omdat de ouders de taal (nog) niet goed beheersen. Dit alles maakt dat ieder gezin zijn eigen aanpak nodig zal hebben.
Bewondering heb ik voor de Syrische vrouw die pas een jaar in Nederland is en zich toch al zo verstaanbaar kan maken in onze taal. In dit gezin worden de ouders door hun kinderen van 8 en 11 jaar in het Nederlands voorgelezen i.p.v. andersom. Waarna de jongens vervolgens weer door hun ouders in het Arabisch worden voorgelezen. Doordat de ouders zich voor dit project hebben aangemeld worden de jongens nu dus 20 weken lang voorgelezen in het Nederlands en wel op hun eigen niveau, dat uiteraard nog niet op het niveau van hun leeftijdsgenoten ligt, er zal dus ook hard gewerkt moeten gaan worden aan het vergroten van hun woordenschat.
En de voorlezers? Die gingen voortvarend van start, net als de kinderen. Ik betrapte mij er op dat ik het eigenlijk wel jammer vond dat ik niet met één van deze gezinnen aan de slag kon gaan als voorlezer. Het is gewoon verslavend.
Deze week is er een training “interactief voorlezen” gegeven aan alle voorlezers door een medewerkster van CODA. Mocht je als voorlezer nog niet enthousiast zijn, dan werd je het hier wel van. Wat zijn er toch een hoop manieren om met taal bezig te zijn!
Conclusie aan het eind van deze avond was dat er nog flink wat werk aan de winkel is, maar met de door CODA en de Voorleesexpress aangeboden handvatten gaat dat vast en zeker lukken. Ik ben nu al heel benieuwd hoe deze gezinnen dit traject over 20 weken gaan afsluiten, maar ik zal nog even geduld moeten hebben, weer een gevalletje van “pelan pelan”!

 

Feest!

En dan zijn “ineens” de twintig weken voorbij. Twintig weken waarin ik keer op keer enthousiast werd ontvangen door M. en haar moeder. Twintig weken waarin we samen zoveel hebben beleefd, dat ik er negentien keer een blog over heb kunnen schrijven. Deze week heb ik ze allemaal nog eens doorgelezen, en ik merk dat ik mijn eigen “top 5 ” heb:  “Herfstdip”, “Roze vrijdag”, “Lezen is stom”, “Besmet” en “Kikker is baqagak”.
Het deed mij ook even teruggaan in de tijd. Tijdens mijn lagere school periode moest ik gedurende een aantal weken iedere woensdagmiddag naar logopedie. Ik had moeite met de uitspraak van woorden waar een “sch” in voorkwam.  Ik vond het niet erg dat ik daar naar toe moest, want van mijn “juf” kreeg ik een schrift waarin zij speciaal voor mij iedere week mooie tekeningen maakte met daaronder de woorden waar ik moeite mee had. Ik bewonderde haar tekentalent en spelenderwijs ging ik met stappen vooruit. Zo simpel kan het zijn. Ik heb hier niets dan positieve herinneringen aan, misschien juist wel door die onvoorwaardelijke één op één aandacht die ik kreeg. Ik denk dat dat ook de kracht van de voorlezers bij “De Voorleesexpress” is, die onvoorwaardelijke aandacht als een voorlezer speciaal voor jou langskomt.
We hadden afgesproken om de twintig weken feestelijk af te sluiten, zodat het voor M. ook duidelijk zou zijn dat het echt de laatste keer was. Ik had geopperd om bij mooi weer een bezoek te brengen aan de kinderboerderij.  Ook zou ik dan wat lekkers meenemen. De kinderboerderij was prima, maar ik kreeg te horen dat ik niets mee mocht nemen.  Ik zou worden getrakteerd op een Afghaanse lekkernij. En dat heb ik geweten!
Bij binnenkomst werd ik er eerst door M. op gewezen dat ik te laat was…Ja, ik moet helaas bekennen dat ze gelijk had. Door een opstopping in het verkeer, duurde het wat langer voor ik op de bel drukte. Maar M. die op school al heeft leren klok kijken, wist precies wanneer het 11.00 uur was en wanneer niet ….
Ik baalde ervan dat ik haar uitgerekend de laatste keer had laten wachten, dat had ze niet verdiend. Het werd mij gelukkig snel vergeven en met mijn ogen dicht moest ik meekomen naar de woonkamer. “Tara!!” Daar stond de salontafel vol met lekkere nootjes, koekjes, chocolaatjes etc., het feest was begonnen. Zaten we daar samen pistache nootjes te pellen, zij met een kroon op haar hoofd, ik zonder. Aangezien een feest geen feest is zonder cadeau, had ik haar “voorleesdiploma” ingelijst en ingepakt. Het enige wat er nog ontbrak was haar handtekening. Na wat te hebben geoefend, ging ze er eens goed voor zitten en kon het diploma met ook haar handtekening erop, weer worden ingelijst. Trots als een pauw poseerde ze voor de foto. Hierna kreeg ik een mand vol met producten voor in de badkamer. Wat een verwennerij!
Maar dat was nog niet alles, een grote schaal met heerlijk geurende rijst en kip werd op tafel gezet. Een waar feestmaal. Na 1 keer opscheppen, gebaarde M. mij dat ik nog een keer moest opscheppen. Het excuus dat ik al zoveel op had, werd weggewimpeld, dat was maar een klein beetje geweest, er kon nog wel wat bij. Aangezien het mij erg smaakte heb ik uiteindelijk nog 2 keer opgeschept want ik begreep dat het een Afghaans gebruik is dat de visite op feestjes héél véél moet eten.
Tijdens het uitbuiken hebben we de tas met boeken er nog even bij gepakt en heb ik voor de laatste keer zitten voorlezen. Het bezoek aan de kinderboerderij hebben we maar gelaten voor wat het was, we waren veel te druk met andere dingen. Na 2 uur nam ik afscheid van M. en haar moeder, ik zal ze de rest van mijn leven niet snel meer vergeten. Ik hoop dat M. later met net zoveel plezier op deze twintig bezoekjes terugkijkt als ik op mijn bezoeken lang geleden aan de logopediste.

 

De prinses met de lange haren

Met nog slechts 1 van de in totaal 20 voorleessessie’s in het verschiet, werd ik mij bewust, dat ik “maar” 17 verslagen heb geschreven. Wellicht dat de trouwe lezers van mijn blog zich al afvroegen of de lol er inmiddels een beetje van af is? Nou nee, dat is zeker niet het geval.  Ook de 18e en 19e keer was het een waar feest om met de kleine M. en haar moeder met de boeken en wat al niet meer aan de slag te mogen gaan.
Maar de begroeting is nog even hartelijk, het dichtdoen van mijn ogen hoort nu bij het ontvangst ritueel, waarna ik vervolgens steevast aan de hand van M. naar haar kamer wordt geloodst. Hier laat ze mij o.a. de fotolijst zien met de foto die van ons is gemaakt. Hij heeft een mooi plekje gekregen.
Vorige week leek het meer een puzzel uurtje dan een (voor)leesuurtje, maar dat mag de pret niet drukken. Samen op de grond de ene na de andere puzzel gemaakt, ondertussen kletsend over haar vader die ook goed schijnt te kunnen puzzelen. Ook hebben we memory gedaan, absoluut geen favoriet van mij, kinderen zijn er altijd heel goed in, maar mijn korte geheugen laat mij steeds weer in de steek en ik bleek tot M.’s grote vreugde, een makkelijk slachtoffer. Van haar moeder begreep ik dat ze niet zo goed tegen haar verlies kan. Het lukt mij niet om een beeld te schetsen van een boze M., ik ken haar alleen maar als het zonnetje in huis en ik besloot dat maar even zo te laten.
Na dik een half uur werd ze toch wel nieuwsgierig naar wat ik aan boeken bij mij had. Ze vroeg of ik het boek over de prinses met de lange haren bij mij had. Ik moest haar teleurstellen, ik heb er naar gezocht in de bibliotheek, maar hij was er niet. Het blijft één van haar favoriete boeken, die we lang geleden hebben gelezen. Ze is hem duidelijk nog niet vergeten. Gelukkig vond ze in mijn tas een paar goede vervangers en zo werd er toch nog gelezen.
Haar moeder heeft haar goed voorbereid dat het er nu echt bijna op zit, ze wist dat ik nog maar één keer zou langskomen. En terwijl ik naar de deur liep, zette ze mijn schoenen netjes naast elkaar voor mij klaar, ik hoefde er alleen nog maar in te stappen. Morgen sluiten we de 20 weken feestelijk af, met o.a. een bezoek aan de kinderboerderij. Ik heb er zin in, het wordt vast heel gezellig.

De Wasstraat

De eerste keer dat wij met onze VW bus door een wasstraat reden zal ik niet snel vergeten. Toen het water vanuit een bepaalde hoek tegen de achterkant van de bus werd gespoten, gutste het water via de linkerhoek naar binnen…..Een afwasteil behoort tot onze standaard uitrusting, maar die eerste keer was het daarvoor helaas nét iets te laat. Voortaan rijden wij dus altijd met zijn tweeën door de wasstraat waarbij één van ons met het afwasteiltje in de aanslag op de achterbank zit om het water op te vangen. Het lekken beperkt zich gelukkig tot één plek en wij zien er de humor er wel van in, al kan ik mij voorstellen dat het voor een hoop autoliefhebbers als een nachtmerrie klinkt.
Deze week moest ik terugdenken aan een andere variant van “De Wasstraat” die ik begin februari doorlopen heb, nl. die van 100 Talentvolle Vrouwen.  Dit alles vond plaats aan de Lange Amerikaweg 66, deze locatie was ter beschikking gesteld door Ultimate, hoe toepasselijk, naast Blinq Carwash. Een teiltje was daar niet nodig en ons busje kon gewoon buiten blijven staan.
In het kort gezegd kwam het erop neer dat je de losse programma onderdelen die al eerder aan bod waren geweest bij één van de workshops,  in een verkorte versie allemaal nogmaals doorliep, als soort van opfrisser.
In het “wasprogramma” zat o.a. een flitsgesprek met een recruiter over het CV. Na wat tips & trics en het zien van enkele voorbeelden uit de praktijk, was ik er al snel van overtuigd: mijn CV dat kon/moest beter!
Na wat kleine aanpassingen, ging een week later mijn nieuwe CV samen met 2 motivatiebrieven de deur uit. En het leuke was, ik geloofde er zelf ook weer (meer) in. Of het door de nieuwe opzet van mijn CV kwam zal ik nooit weten, maar de week erna mocht ik bij twee bedrijven langskomen voor een eerste gesprek. Nog geen uur na één van deze gesprekken, had ik zowaar een aanbieding voor een functie van 12 uur op zak. Wat zou het mooi zijn geweest als ik die uren had kunnen aanvullen met die van de andere vacature.  Helaas, een vervolg  bij het andere bedrijf  zat er niet in, maar met de door hen opgegeven reden kan ik prima verder:  ik had niet de voor de functie vereiste verkoopervaring maar met mijn brief en CV had ik mijzelf wél weten te verkopen en had ik ze dus nieuwsgierig gemaakt en hadden ze besloten mij uit te nodigen voor een gesprek. Ik beschouw het als een compliment dat ik zonder die verkoopervaring toch uitgenodigd werd, aan mijn stijl van schrijven verander ik voorlopig dus nog maar even niets.
Het bezoek aan ” De Wasstraat” van 100 Talentvolle Vrouwen, was in ieder geval goed aan mij besteed en zo vallen de stukjes van de puzzel steeds meer op hun plaats. Deze week hoop ik het contract te tekenen bij mijn favoriete bouwmarkt. De werkzaamheden zijn totaal anders dan wat ik hiervoor gedaan heb, maar ik heb er zin in! En al kom ik (nog) niet aan de uren die ik hiervoor altijd gewerkt heb, ik denk maar zo, “Wie het kleine niet eert…..”. Ik stel de plannen gewoon weer bij en ik ben vooral nieuwsgierig naar wat de toekomst mij gaat brengen. Typisch weer een gevalletje van plan-plan!

De laatste loodjes

Met mijn jas nog aan, gebaarde M. dat ik mijn ogen moest dichtdoen en haar een hand moest geven. Ze wilde mij wat laten zien. Gezegd dat ik toch echt eerst even mijn jas en schoenen wilde uitdoen, waarna ik vervolgens met mijn ogen dicht aan haar hand de gang door liep. Op haar kamer wees ze trots naar haar kast. Daar hing een wit A4-tje beplakt met stickers van prinsessen, dezelfde die ze altijd van mij krijgt na het voorlezen. Die stickers zijn echt een schot in de roos geweest, ze vindt ze nog steeds prachtig en heeft nu dus blijkbaar haar eigen voorraad.
Van haar moeder begreep ik dat als M. s’ochtends hoort dat “juf Jolanda” die dag weer komt, ze steeds bij het keukenraam gaat kijken of ik er al aankom. Ik beschouw het maar als een compliment.
Vooruitlopend op de laatste voorleessessie, kwam Gert, mijn coördinator ook even langs bij M.  Hij had de gele tas van De Voorleesexpres bij zich, met daarin 2 cadeaus voor M. Ze was blij verrast dat ze nu dezelfde tas had als “juf Jolanda”. In de tas zat een fotolijstje met daarin een foto van ons twee. Ook kreeg ze van De Voorleesexpress nog een mooi boek. Wat een verwennerij, ze snapte niet helemaal waar ze dit aan te danken had, maar nam de cadeaus dankbaar in ontvangst.
Na wat heen en weer geklets vroeg ik haar of ze mij de boeken wilde laten zien die ze zelf in de bibliotheek had uitgezocht. Een deel van de boeken wilde ze zelf “lezen”, hierna was het mijn beurt. Er zaten wederom 2 oude bekenden bij, “Het pannenkoekenboek” en “Mama kwijt”. Knap dat je over pannenkoeken een heel boek kan schrijven en dat kinderen het ook nog interessant vinden. Het zal nooit mijn favoriet worden vrees ik, maar “Mama kwijt” daarentegen, die blijft leuk. Vooral als M. hem in haar eigen woorden en gebaren “voorleest”. Prachtig, ze kent het verhaal helemaal uit haar hoofd.
Toen ik weer wegging, besefte ik mij dat ik de bezoekjes aan deze kleine boekenwurm nog zal gaan missen. Nog 3 keer te gaan, oftewel de spreekwoordelijke “laatste loodjes”, alhoewel ze helemaal niet aanvoelen als moeilijk of zwaar. Het kost mij dan ook geen enkele moeite om die 20 sessies vol te maken en dat is toch echt M. haar eigen verdienste.

Just another day at the office

Een kleine maand geleden nam ik voor het eerst een kijkje achter de schermen bij Vluchtelingenwerk op de noodopvang in Apeldoorn. Helpende handen waren zeer welkom, er was nog genoeg te doen tot de dag van sluiting, eind februari. Op mijn fiets richting De Voorwaarts, merkte ik dat ik een beetje zenuwachtig was. Ik wist absoluut niet wat ik aan zou treffen. Een oud bericht in de media over een gevecht in de kantine, hielp niet echt mee. Dat merkte ik ook aan de goed bedoelde waarschuwingen die ik kreeg uit mijn omgeving. Na deze middag heb ik mij echter direct aangemeld.
Toen ik vandaag uit het raam van het kantoor keek, viel de regen met bakken uit de lucht. Waar eerder deze week nog mensen in de zon een praatje maakte, liep iedereen nu snel voorbij richting verwarmde zaal. Juist in deze omgeving is de zon meer dan welkom. Even vroeg ik mij af hoe ik mij hier in hun situatie zou voelen, redden.
Het denkbeeldige antwoord op die vraag, sterkt mij in mijn gevoel dat ik er goed aan doe hier te werken. De sfeer is goed, ik heb mij in ieder geval geen moment onveilig gevoeld.
Het mooie van deze job, is de teamspirit die ik iedere keer weer ervaar. Een klein team van vrijwilligers en vaste krachten zit hier met 1 gezamenlijke missie en dat voel je! Ik sloot ook vandaag weer met een lach op mijn gezicht mijn computer af, dankbaar dat ik mijn steentje op deze manier mag bijdragen. Het nieuws kan je verlammen, maar hier krijg ik energie, ik denk dat ik nog maar even blijf.

(Be)leef je eigen plan!