Ik kan er maar niet aan wennen, het treurige beeld van de twee overgebleven Optimisten met daarnaast het rode voetstuk mét rode voet, als stille getuige dat ze oorspronkelijk met zijn drietjes waren.
Wat maakt het toch dat ze steeds maar weer mikpunt van vandalisme zijn? In 2008 en 2012 werden ze flink beschadigd én weer gerepareerd. Vervolgens schonk Hanspeter Nagtegaal ze in 2015 aan Orpheus vanwege het 50 jarig bestaan, ervan uitgaande dat ze, eenmaal met water omringd “hufterproof” zouden zijn.
Dit ging een tijd goed, maar na de vorst van afgelopen maand, waarbij het water ijs werd, ging het fout.
Eerst sneuvelde er een arm. Dit zette blijkbaar aan tot meer geweld en een paar dagen later, lag de rode Optimist met zijn gezicht op het ijs en nog wat later, was hij van zijn voetstuk gehaald en in geen velden of wegen meer te zien.
Het maakt mij boos en eigenlijk mis ik hem wel een beetje. Ze horen daar gewoon met zijn drietjes in die vijver te staan. Ze staan symbool voor vaderlandse trots, balans, openheid, optimisme, samenwerking en harmonie. Juist die ingrediënten die onze samenleving nu zo hard nodig heeft. Optimisme stralen de overgebleven twee nog steeds uit, (misschien nog wel meer dan ooit), maar wel met een treurig randje. Inmiddels staan ze nu zonder dat dat ooit de bedoeling zal zijn geweest, ook symbool voor zinloos geweld.
Het is stil rond de verdwijning, ik kan in ieder geval niets vinden in de media. Vreemd, als we het maar niet gewoon gaan vinden dat dit gebeurt. Zo zinloos.
Tag archieven: Orpheus
Ideeënsafari deel 4 / Verken de grenzen
Met deel 3 van de Ideeënsafari nog te gaan, kreeg ik de stof voor een blog over deel 4 vandaag “zomaar” in de schoot geworpen.
Sigrid schreef over deze etappe: “We leven in een vrij land, maar tegelijkertijd lopen we overal tegen grenzen op, schuttingen, muren, verbodsbordjes etc.” Ze daagt je uit om eens te onderzoeken tegen welke grenzen je aanloopt. Mag je zomaar overal foto’s van maken tijdens je safari? Wat zijn jou grenzen, kan je iets doen wat je eigenlijk niet durft?
Vandaag, 25 april, werd de jaarlijkse RMS herdenking in theater Orpheus gehouden. ’s Ochtends begon de dag al vroeg met het indrukwekkende, brommende geluid van de vele motoren, dat tot vroeg in de avond te horen was.
Ik gun iedereen zijn feestje, maar ik loop ieder jaar tijdens deze herdenking weer tegen mijn grens aan. Noem het een fatsoensgrens. Want jaar in jaar uit zie ik op deze dag wildplassers, die het blijkbaar heel normaal vinden om tegen de schutting van onze overbuurvrouw te plassen, die de pech heeft schuin tegenover de uitgang van de parkeergarage van Orpheus te wonen. Op het moment dat de wildplasser door heeft dat ik hem (helaas) zie staan, gaat hij onverstoorbaar door. Ik zou hem het liefst willen vragen of hij dat normaal vindt. Hoe hij het zou vinden als mensen bij hem in de tuin zouden gaan staan, terwijl er vele (tijdens deze dag voor de bezoekers opengestelde toiletten) op 2 tellen loopafstand te vinden zijn. Ook zou ik willen vragen of hij het normaal vindt dat de straten rondom Orpheus weer bezaaid met afval liggen na zo’n dag als vandaag. Maar ik durfde niet.
Mensen schuilen voor de regen, onder de luifel van een winkel, tegenover Orpheus. Het lukt ze droog te blijven, maar ze moeten hiervoor wel in een strook afval staan. Het schijnt ze niet te deren, ook de kleine kinderen die er bij staan vinden het waarschijnlijk al heel normaal. Ik had er graag een foto van wil maken, maar ik durfde niet. Ik had graag even de discussie willen aangaan met de mensen die in (wellicht hun eigen) afval stonden te schuilen, maar ik durfde niet. Hier lag mijn grens. Dus liep ik door.
Vervolgens viel mijn blik op een zak met afval. Netjes door een bezoeker neergelegd op de hoek van het grasveld bij de ingang van de parkeergarage van Orpheus. Alsof men het de opruimingsdiensten van de gemeente Apeldoorn ietsjes makkelijker wilde maken door het zwerfafval alvast “verzameld” voor ze neer te leggen. Oké, het is misschien goed bedoeld, maar ik vraag mij dan toch af: “Waarom neem je die zak niet gewoon mee in je auto om het vervolgens thuis in je container te gooien?” Hoe moeilijk kan het zijn. Als je het niet voor jezelf doet, doe het dan voor je kinderen.